Financieel economische ontwikkelingen
- Inflatie
De inflatie daalt, maar blijft voorlopig hoog. De inflatieschok kwam oorspronkelijk voort uit oplopende energie- en voedselprijzen, mede veroorzaakt door de oorlog in Oekraïne. Terwijl eerder werd verwacht dat de inflatie snel zou afnemen, houdt deze nu toch langer aan. Daarmee komt de inflatie in 2024 naar verwachting uit op 3,9%. (bron: CPB)
In de begroting is gelijk aan de kadernota voor de prijsstijgingen een aantal verschillende (stel)posten opgenomen.
Voor gemeenschappelijke regelingen is rekening gehouden met een stijging van 10,75%
Diverse investeringsprojecten zijn bijgesteld naar aanleiding van concrete aanbestedingsresultaten
Voor de stijging van energiekosten zijn op verschillende onderdelen van de begroting mutaties opgenomen.
Voor overige budgetten is rekening gehouden met een inflatiepercentage van 3.1%. Dit is iets lager dan de meest recente prognoses van het CPB maar gelet op de afzonderlijk beoordeelde budgetten achten wij dit realistisch.
- Loonkosten
In de kadernota was uitgegaan van een stijging van de loonkosten met 3,1%. Dit blijkt te optimistisch ingeschat. In de begroting is nu uitgegaan van 5,2%, conform de raming van het Centraal Planbureau in het Centraal Economisch Plan. Ten opzichte van de prognose van de kadernota stijgen de loonkosten met circa € 280.000. Daarbij is naast deze wijziging ook een aantal kleinere mutaties in de feitelijke loonkosten verwerkt.
- Renteontwikkeling
Oplopende rentes dragen verder bij aan de afkoeling van de economie. Monetaire autoriteiten proberen de vraag naar goederen en diensten af te remmen om zo de inflatie omlaag te brengen. De ECB heeft op 20 september jl. de beleidsrente met 25 basispunten verhoogd, naar 4,00%. Hierdoor vragen banken inmiddels ook hogere rentes op leningen aan bedrijven. (bron: CPB)
Bij het opstellen van deze begroting hebben we rekening gehouden met een rente van 2% op aan te trekken langlopende geldleningen. Dit is lager dan de huidige marktrente. Voor het risico dat we daadwerkelijk moeten lenen tegen een hoger percentage hebben we in de risicoparagraaf een bedrag opgenomen.
- Ravijnjaar 2026; standpunt VNG
Gemeenten en het rijk spreken al geruime tijd over de financiële situatie na 2026, ook wel het ‘ravijn’ genoemd. Uit de Voorjaarsnota blijkt opnieuw dat lokale overheden vanaf dat jaar 3,4 miljard euro minder krijgen om hun taken uit te voeren.
Op de Algemene Ledenvergadering van de VNG van 14 juni jl. is de resolutie ‘Naar een rechtvaardig, duurzaam en solide meerjarig financieel perspectief’ met grote meerderheid aangenomen. In deze resolutie is aangekondigd dat de VNG een begrotingsadvies uitwerkt voor het opstellen van uw programmabegroting 2024-2027.
Het begrotingsadvies bestaat uit twee onderdelen:
- Presenteer voor 2024 en 2025 van de meerjarenraming 2025-2027 een sluitende begroting.
- Breng de lasten in de meerjarenramingen voor 2026 en 2027 in beeld, in de vorm van een realistische begroting. Baseer deze op het huidige takenpakket, de noodzakelijke investeringen, de inflatie, de stijgende rente, de ambities uit uw coalitieakkoord en geschatte mee- en tegenvallers.
Naar verwachting zullen de meerjarenramingen 2026 en 2027 dan duidelijk tekorten aangeven. Op grond van artikel 189 van de Gemeentewet ziet de gemeenteraad erop toe dat de gemeentebegroting structureel en reëel in evenwicht is. Hiervan kan de gemeenteraad afwijken indien aannemelijk is dat het structureel en reëel evenwicht in de begroting in de eerstvolgende jaren tot stand zal worden gebracht. Met het presenteren van een tekort in de laatste twee jaren, maar een sluitende begroting voor 2024, kunnen de toezichthouders dan ook nog steeds tot een positief oordeel komen.
- Val van het kabinet en verkiezingen
Waar het ravijnjaar al de nodige zorgen veroorzaakt over de financiële positie van gemeenten voegt de val van het kabinet en de komende verkiezingen daar nog de nodige onzekerheid aan toe. De (rijks)overheidsfinanciën verslechteren op de middellange termijn en politieke partijen zullen in de verkiezingsprogramma’s kijken naar mogelijkheden om de uitgaven te beperken. Er circuleren opties die de gemeentelijke financiën verder onder druk zetten. Vooralsnog lijkt de kans dat vanuit het Rijk oplossingen komen kleiner dan dat de situatie juist lastiger wordt.
Financiële positie
Dit onderdeel laat zien hoe de begroting 2024 - 2027 financieel is opgebouwd. Vertrekpunt is de door uw raad vastgestelde Kadernota 2024. De belangrijkste verschillen ten opzichte van de stand zoals we dat bij de kadernota hebben gepresenteerd zijn:
Begroting | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|
Stand Kadernota 2024 | -11 | -469 | 322 | 1.056 |
Algemene uitkering | -907 | -477 | 182 | 318 |
Ontwikkeling rentekosten | 35 | 241 | 445 | 441 |
Personeelskosten | 280 | 280 | 280 | 280 |
Lasten onderwijshuisvesting | 105 | |||
Kapitaallasten laptops | -100 | |||
Diversen | 373 | 318 | 257 | 332 |
Begrotingssaldo | -230 | -107 | 1.486 | 2.432 |
- Algemene uitkering op basis van de mei-circulaire.
- Hierover heeft het college voor de behandeling van de kadernota een brief gestuurd.
Na de behandeling van de kadernota is gebleken dat de berekeningen in de mei-circulaire niet juist waren. De bedragen in de begroting wijken hierdoor af van deze brief.
- Hierover heeft het college voor de behandeling van de kadernota een brief gestuurd.
- Ontwikkeling rentekosten
- Als gevolg van stijging van het investeringsvolume. Naar aanleiding van deze stijging is kritisch gekeken naar de investeringsplanning, waardoor de stijging van de rentekosten in de eerste twee jaren nog beperkt is.
- Hogere personeelslasten
- Zie voor dit onderdeel de toelichting hierboven.
- Lasten onderwijshuisvesting
- € 105.000 hogere lasten IKC's als laatste stap van 25% om toe te groeien naar de vanaf 2027 uit de realisatie van het strategisch plan huisvesting onderwijs voortvloeiende afschrijvingen, conform het raadsbesluit 2020-094 van 12 november 2020.
- Lagere kapitaallasten laptops
- De aanschaf van nieuwe laptop schrijven wij af in vier jaar. Idealiter leidt dit door jaarlijks gelijkblijvende afschrijvingslasten. Door een eenmalige verschuiving van de aanschaf van laptops ontstaat in 2027 een voordeel van € 100.000.
Zoals bij de kadernota al aangekondigd sluit de begroting meerjarig met een aanzienlijk tekort.
Als reactie op deze ontwikkeling heeft het college bij het aanbieden van de kadernota ook voorgesteld om een bestuurlijk/ambtelijke werkgroep in te stellen om te komen tot een duurzaam evenwichtige begroting. In aanvulling daarop heeft de raad een motie aangenomen waarin gevraagd wordt om een ontwikkeltraject met onder meer als doel de raad beter in staat te stellen een beleidsmatige en financiële afweging te maken. Op korte termijn zal met de auditcommissie afgestemd worden hoe dit ingevuld kan worden.
Meerjarenperspectief
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
Begrotingssaldo | -230 | -107 | 1.486 | 2.432 |
Begrotingssaldo incidenteel | 2.260 | 2.196 | -182 | -208 |
Begrotingssaldo structureel | -2.490 | -2.303 | 1.668 | 2.640 |