Met de weerstandsratio is nog lang niet alles gezegd over de financiële positie in brede zin. Om daarvan een beeld te krijgen kunnen we een aantal andere ratio's raadplegen. Het BBV schrijft voor dat doel de volgende ratio's voor.
Ratio | Jaarrekening | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting |
---|---|---|---|---|---|---|
Netto schuldquote | 14,98% | 35,12% | 14,40% | 47,67% | 89,53% | 101,43% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 9,41% | 29,36% | 9,55% | 42,49% | 83,55% | 95,06% |
Solvabiliteitsratio | 50,92% | 49,26% | 47,61% | 40,02% | 37,59% | 36,19% |
Grondexploitatie | 46,18% | 40,33% | 20,33% | 28,05% | 5,51% | 6,85% |
Structurele exploitatieruimte | 4,62% | 1,48% | 1,68% | 2,33% | -2,17% | -3,65% |
Belastingcapaciteit | 116,26% | 115,04% | 115,04% | 115,04% | 115,04% | 115,04% |
Het verloop van de ratio's ontwikkelt zich naarmate de gemeente zich financieel ontwikkelt. Ieder besluit met financiële gevolgen verandert iets aan de (toekomstige) financiële positie van de gemeente en dus ook aan een ratio die daar uitdrukking aan geeft. De ratio’s zijn berekend met het door de provincie beschikbaar gestelde Rekenmodel financiële kengetallen.
Netto schuldquote
De netto schuldquote zegt iets over de mate waarin het inkomen van de gemeente toereikend is om aan de schuldverplichtingen te voldoen. De netto schuldquote is een percentage dat tot stand komt door het totale vreemde vermogen te delen door de totale baten uit de gemeentelijke exploitatie. Bij een netto schuldquote hoger dan 130% is sprake van een hoge schuld. Vanaf 2025 stijgt de schuldquote als gevolg van de financieringsbehoefte / het investeringsprogramma o.a. vanuit het coalitie akkoord. Onder de 100% is sprake van een gemiddelde tot lage schuld.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Bij de 'Netto Schuldquote Gecorrigeerd Voor Alle Verstrekte Leningen' wordt het vreemde vermogen verminderd met de doorgeleende gelden (leningen van de gemeente aan derden). De begrote netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen wijkt nauwelijks af van de netto schuldquote wanneer er sprake is van weinig doorgeleende gelden. Een verstrekte geldlening aan een derde is er de oorzaak van dat netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte geldleningen meer af gaat wijken van de netto schuldquote.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft weer in hoeverre het totaal van de activa is gefinancierd met eigen middelen. De ratio wordt berekend door het Eigen Vermogen te delen door het totale vermogen. De begrote solvabiliteitsratio aan het einde van 2024 bedraagt 47,61% en voldoet aan het bij de begroting 2016 door de raad genomen besluit dat deze meer dan 40% moet bedragen. Door het ambitieuze investeringsvolume komt de solvabiliteitsratio vanaf 2026 onder 40%.
Grondexploitatie
Deze indicator geeft de relatieve hoogte van de voorraad bouwgrond en het onderhanden werk (de grondpositie) in de grondexploitaties aan. De waarde van de grondpositie wordt gedeeld door de totale baten uit de gemeentelijke exploitatie. Hoe groter de grondpositie in verhouding tot de totale gemeentelijke baten, hoe groter het verhoudingsgewijze risico dat de gemeente loopt in de grexen. De begrote ratio grondexploitatie aan het einde van 2024 bedraagt 20,33%. Na 2025 neemt de ratio door het afsluiten van grondexploitaties sterk af.
Structurele exploitatieruimte
Het financiële kengetal ’structurele exploitatieruimte’ geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de begroting/jaarrekening is, afgezet tegen de inkomsten. Als norm voor gezond begrotingsevenwicht kan 0,6% van de algemene dekkingsmiddelen gehanteerd worden. Deze norm is gebaseerd op de vuistregel die bij art.12- gemeenten gehanteerd wordt voor de bepaling van de ruimte in de begroting om structurele tegenvallers op te vangen. We zetten de structurele ratio af tegen de hiervoor genoemde 0,6%. In 2024 bedraagt de begrote structurele exploitatieruimte 1,68%, maar daalt naar - 3,65% in 2027. De dalende uitkering uit het gemeentefonds ( € 4 mln) en de stijgende rentekosten zijn hiervan de belangrijkste veroorzakers.
Belastingcapaciteit
De ruimte die een gemeente heeft om de belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Tot de woonlasten behoren de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. De belastingcapaciteit wordt berekend door de totale woonlasten van een meerpersoonshuishouden te vergelijken met het landelijk gemiddelde in het voorgaande jaar en de uitkomst uit te drukken in een percentage. Uit de berekening blijkt dat in 2023 de belastingcapaciteit 115,04%%. Dat betekent dat in Nieuwkoop de belastingdruk 15,04% boven het landelijk gemiddelde ligt. In de jaarrekening 2022 was dit 16,26%.
Kengetallen in samenhang
De verschillende financiële indicatoren en kengetallen geven in samenhang een beeld van de financiële positie van onze gemeente. Ons beleid is erop gericht te voorkomen dat de financiële positie verslechtert en Nieuwkoop in een situatie komt waarin beleidsinhoudelijke concessies (bezuinigingen) noodzakelijk zijn. Dat beleid krijgt vorm in het streven naar voldoende structurele ruimte in de exploitatie, een gezonde schuldpositie en solvabiliteit, en een verstandige omgang met het eigen vermogen en de grondexploitaties.
Op dit moment, zomer 2023, zien we binnen de termijn van de meerjarenbegroting een verslechtering van de exploitatieruimte en ook andere kengetallen ontwikkelen zich negatief. Dit is deels het natuurlijke gevolg van (voorgenomen) investeringen die in het belang zijn van de Nieuwkoopse samenleving. Daarnaast ondervinden we de gevolgen van niet beïnvloedbare ontwikkelingen zoals de daling van de uitkering uit het gemeentefonds ( € 4 miljoen), de toegenomen inflatie en de gestegen rente.