Renterisico’s bij het aantrekken en uitzetten van gelden worden beperkt door de overeen te komen rentepercentages bij deze transacties te baseren op een rentevisie. In tegenstelling tot de afgelopen jaren is op dit moment, zomer 2023, niet langer sprake van negatieve korte rente. Ook is de korte rente op dit moment niet lager dan de lange rente. Het eerdere uitgangspunt om de financieringsbehoefte eerst te dekken met de maximaal toegestane kasgeldlimiet en de resterende behoefte te dekken met langlopende leningen is minder vanzelfsprekend geworden. De in deze begroting gehanteerde rentepercentages voor kort en lang geld hebben we aan elkaar gelijk gehouden, 2%. Met deze aanpak gaan we ervan uit dat – rekening houdend met het risicoprofiel – de financieringskosten zo laag mogelijk blijven.